Wat smeert u voor zonnebrand?

Hier ziet u het cosmetica complot op zijn best (of ergst). U vertrouwt erop dat u bij aankoop van een zonnebeschermend product er vanuit kunt gaan dat de informatie van de fabrikant klopt.

Wanneer u een Sunlotion SPF 50 koopt denkt u dat u en uw kinderen optimaal beschermd zijn tegen de zon, toch?

Wanneer u een dagcrème koopt met een SPF erin, denkt u dat uw huid ook dagelijks beschermd wordt tegen UV straling, toch?

Helaas moet ik u dan teleurstellen.

De cosmetica industrie laat zich hier van zijn meest onethische kant zien. Er worden op grote schaal nog steeds inferieure zonnefilters gebruikt. Dit vormt wel degelijk een gezondheidsrisico, namelijk huidkanker!

In het kort komt het erop neer dat er met name in Europese merken niet de meest optimale UV-filters worden gebruikt en dit geldt in het bijzonder voor de UV-A filters. De in Europa gebruikte UV-A filters geven veelal gedeeltelijke i.p.v. volledige UV-A bescherming waardoor de huidveroudering niet wordt beperkt en dat is toch waar het u omgaat!

Wat de UV-B filters betreft: het gebruik van een SPF hoger dan 30 heeft geen toegevoegde waarde! Het verschil tussen een SPF 60 en een SPF 30 (mits er een goed filter wordt gebruikt!) is zo klein, dat een SPF 30 altijd genoeg bescherming biedt. Beter is het om te kijken naar het filter en het percentage van het filter wat wordt gebruikt. Een van de beste UV-B en UV-A filters is Zinkoxide (vanaf 5%).

Dr. Baumann en Vitamine E

In de producten van Dr. Baumann zitten hoge concentraties natuurlijke Vitamine E. U bouwt door het gebruik van de producten een natuurlijk bescherming op in uw huid (factor 3 -4). Zo bent u tegen de eerste zonnestralen beschermt.

Wanneer u het gehele verhaal over de zonnefilters wilt lezen, lees dan hieronder verder….

Het gebruik van zonnefilters in zonbeschermende producten is in Europa niet gereguleerd. Dat betekent dat er dus geen gestandaardiseerde norm is. Het betekent ook dat de informatie op zonneproducten vaak geen duidelijkheid verschaft waartegen het product nu precies wel of niet beschermt. Eigenlijk zie je door de bomen het bos niet meer. Om de werking van zonnefilters te kunnen uitleggen moet ik bij het begin beginnen: zonnestraling oftewel ultraviolette (UV) straling bestaat uit UVA en UVB. UVC is dodelijk en wordt door de ozonlaag tegengehouden.

Het ultraviolette spectrum kan als volgt worden onderverdeeld: UVB van 290 – 320 nm., UVA-II van 320 – 340 nm. en UVA-1 van 340 – 400 nm.

UVB veroorzaakt bruining en/of verbranding, UVA veroorzaakt photo-ageing (huidveroudering veroorzaakt door vrije radicalen schade aan het DNA).

Goede zonneproducten geven bescherming over 290-380 nm. Technisch gezien is het nog niet mogelijk een filter te creëren dat ook bescherming biedt over de laatste 20 nm. Geen enkel zonnefilter kan dus absolute bescherming geven over het hele zonnespectrum.

Bescherm uw huid tegen UVA en UVB stralen!

Wanneer de zon schijnt worden de UVB-stralen geabsorbeerd door de epidermis. De lange UVA-stralen (320 -340 nm.) dringen door tot diep in de dermis en gaan zelfs door de huid. UVA-stralen gaan dertig tot veertig keer zo diep als UVB-stralen en veroorzaken meer vrije radicalen schade. Het is dus echt van belang de huid te beschermen tegen beide vormen van straling en niet alleen tegen UVB. De SPF van een product duidt alleen op de bescherming tegen UVB. Het zegt helemaal niets over de bescherming tegen UVA. Dat wil dus ook zeggen dat als er bijvoorbeeld SPF 30 op een product staat, er geen zekerheid bestaat of er überhaupt een UVA-filter inzit. De fabrikant is immers niet verplicht dat te vermelden. De meeste zonnefilters bieden bescherming tegen UVB-straling en zorgen maar gedeeltelijk voor bescherming tegen UVA. Onderzoeken tonen aan dat de meest gebruikte filters alleen beschermen over het UVB-spectrum van 290-320 nm.

Er zijn dus meerdere filters nodig om de huid tegen UVA- en UVB-straling tezamen te beschermen.

Veelgebruikt filters

Veelgebruikte UVB-filters zijn: octyl methoxycinnamate (OMC), octyl salicytate (OCS), PABA en octocrylene. Deze filters bieden dus alleen bescherming over het UVB-spectrum.

Veelgebruikte UVA-II (320 – 340 nm.) filters zijn: oxybenzone en titanium dioxide.

Van deze twee beschermt alleen titanium dioxide zowel tegen UVB als UVA-II. Meestal wordt er om deze reden een combinatie van twee verschillende filters gebruikt. UVA-I beschermende filters (340 – 400 nm.) beperken zich tot maar twee: avobenzone (Parsol 1789) en zinkoxide. Parsol 1789 is geen adequate UVAII blokker vandaar dat het veel wordt gecombineerd met oxybenzone.

Er is maar één filter dat bescherming biedt tegen alle drie typen UV-straling en dat is zinkoxide. U ziet, het ligt allemaal wat gecompliceerder dan het lijkt. Waar het op neer komt is dat er veelal verschillende filters moeten worden gebruikt om de huid een totale  bescherming te kunnen geven.

Twee typen zonnefilters

Eigenlijk zijn alle zonnefilter-ingrediënten chemisch, de industrie maakt echter een onderscheid:

1. organisch (organisch chemisch);

2. anorganisch (anorganisch chemisch).

De manier waarop de ingrediënten zich op de huid gedragen, bepaalt het verschil.

Chemische filters worden geabsorbeerd in de epidermis en kunnen daarom allergische reacties veroorzaken.

Anorganische filters liggen op de huid en worden niet geabsorbeerd, zij reflecteren het zonlicht.

Veel zonbeschermende producten worden samengesteld uit een combinatie van deze twee. Chemische zonnefilters bieden gedeeltelijke UV-bescherming en moeten gecombineerd worden met meerdere filters.

We onderscheiden:

– Octyl Methoxycinnamate (OMC) is de meest gebruikte filter ter wereld. Het veroorzaakt minder allergische reacties dan andere chemische filters en is alleen een UVB-blokker.

– Octocrylene is een relatief nieuwe filter dat alleen UVB-bescherming biedt.

– PABA (Para-aminobenzoic acid) was een hele populaire zonnefilter, maar is op zichzelf staand een zeer zwakke UVB-blokker. Het veroorzaakte vaak allergische reacties en wordt vrijwel niet meer gebruikt.

– Octyl Dimethyl Paba (Padimate-O) is eveneens een chemisch filter. Het is een minder irriterend alternatief voor PABA, maar is, net als PABA, alleen een UVB-blokker.

– Oxybenzone is een chemisch filter dat gedeeltelijke bescherming biedt tegen UVA-straling. Het is geen UVA-I-blokker! Het is een ingrediënt dat het meest wordt geassocieerd met allergische reacties.

– Avobenzone (Parsol 1789) is een chemisch filter dat gedeeltelijke bescherming geeft tegen UVA-Istraling. Parsol 1789 biedt geen adequate bescherming tegen UVAII en wordt daarom vaak gecombineerd met Oxybenzone (Benzophenone 3). Parsol wordt ook in verband gebracht met allergische reacties.

Anorganische filters, veilige filters met de juiste bescherming

Titaniumdioxide en zinkoxide zijn anorganische filters die een beschermende laag vormen op de huid en op die manier UV-straling tegenhouden. Zowel titanium dioxide als zinkoxide bieden complete UVB-bescherming, zinkoxide daarentegen biedt veel meer bescherming tegen UVA-stralen dan titaniumdioxide.

Titanium dioxide beschermt over het spectrum van 290-340 nm. Het geeft volledige UVB-bescherming, maar beschermt alleen tegen korte golf UVA-straling (320-340 nm.). Het biedt geen bescherming tegen de lange golf UVA-stralen die de meeste schade toebrengen aan de huid.

Zinkoxide komt het dichtst in de buurt van een totale zonbescherming. Het beschermt over 290-380 nm., het hele UVB-spectrum en het grootste gedeelte van het UVA-spectrum, namelijk 320-400 nm.).Tot op heden is er nog geen filter dat bescherming biedt over het totale UVA-spectrum.  Zinkoxide is daarbij ook nog eens veilig en veroorzaakt, voor zover men weet, geen allergische reacties. Omdat het niet door de huid wordt geabsorbeerd, blijven eventuele overgevoeligheidsreacties, ook bij langdurig gebruik zeer beperkt. Bij de behandeling van hyperpigmentatie is het absoluut noodzakelijk dat u een zonnebescherming met zinkoxide gebruikt.

Conclusie

Let op welke zonnebrand product u koopt!

Goede zonbescherming biedt zowel UVB- als UVA en UVA-I-bescherming. De beste zonbeschermende producten bevatten zinkoxide in concentraties vanaf 5 procent, al dan niet in combinatie met een chemisch filter.